Frankenstein’s Army gaat helemaal nergens over en dat hebben we graag
“Zouden we eens geen boormachine op die zijn gezicht monteren?” Het moet een van de onwezenlijke discussies zijn geweest die tot Frankenstein’s Army hebben geleid. De horrorfilm uit 2013 is een rasecht pareltje die maar al te vaak (en onterecht) onder de radar blijft. Nazi zombies waren nog nooit zo leuk!
We gaan meteen een open deur instampen: voor het sterke verhaal en de intriges moet je Frankenstein’s Army alvast niet bekijken. Wie naar de 1hr24 minuten durende flick kijkt komt al snel tot de vaststelling dat het schrijven van het verhaal niet meer dan een half uur in beslag moet hebben genomen. Een groep Russische soldaten trekt richting Berlijn, in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog en moet het pad effenen voor de artillerie die onderweg is. Tijdens hun tocht komen ze terecht in een klein dorpje waar geen levende ziel meer te bekennen is … of toch? Jawel, hiermee hebben we het zowat allemaal gezegd maar het is dan pas dat Frankenstein’s Army toont waarom het een must-see is voor iedere liefhebber van het genre.
Zombies, Nazi’s en heerlijke creaturen maken de film
Een Supernazi met een boormachine als neus, een soldaat met gigantische messen als armen of een SS’ser die de rest van zijn dagen als vliegtuigmotor moet gaan slijten? Het is slechts een greep uit het waanzinnige aanbod aan zombies, monsters en andere figuren die de revue passeren. Het is een waar feest om te kijken wat de regisseur in het volgende frame weer uit zijn hoed zal toveren. De freaks zijn allen ontsproten aan het grenzeloze brein van Richard Raaphorst, die in het verleden met Zwartboek al wist te bewijzen dat hij ook in het serieuzere werk zijn weg kan vinden.
1 uur en 24 minuten lang zuigt de film je mee in een verhaal dat helemaal nergens op slaat maar die geen seconde gaat vervelen. Een meesterwerk dat zijn plaats meer dan ooit waardig is, in de wereld van de cult-nazi-zombies films.
Wie zoekt, kan deze parel vinden op gespecialiseerde streamingdiensten of via LockdownTV. (klik)