Charbonnage du Gouffre was een steenkoolmijn maar ook een rasechte goudmijn
Wat na? Het is een vraag die we ons veel stellen in het leven. Van banale zaken zoals “Wat doen we na het middagmaal” tot de meer existentiële vragen zoals “Wat na het verlies van een baan?” Het werd de vraag waarmee de uitbaters van de Charbonnage du Gouffre in 1969 werden geconfronteerd en wat bleek? Het antwoord op die vraag was heel wat moeilijker dan oorspronkelijk gedacht.
Het waren gouden tijden voor de volledige streek op en rond Charleroi. Steenkool was er in overvloed en de industrie draaide overuren. Wie geld wilden verdienen en bereid was hiervoor hard te werken, die trok naar Charleroi. Charbonnage du Gouffre was één van de bedrijven waar je zonder veel vragen aan de slag kan. De steenkoolmijn, met meer dan 10 sites in de streek, werd vaak vergeleken met een goudmijn. Steenkool werd overal gebruikt, van het verwarmen van een woning tot het draaiende houden van de staalfabrieken dus aan klanten geen gebrek. Al van in 1916 wisten de eigenaars van de grond dat ze aan geld alvast geen tekort zouden komen.
In de wilde jaren 60 werd er meer dan ooit naar boven gehaald, met een absoluut recordjaar in 1963. Toen werd meer dan 80.000 ton steenkool op het conto van de Charbonnage du Gouffre geschreven. Samen met de ‘charbon’ kwam ook iets anders naar boven: het besef dat de mijn over haar piek heen was. De voorraad ondergronds raakte uitgeput en als kers op de taart schakelden meer en meer mensen en bedrijven over op andere (en voor die tijd nettere) energiebronnen. In 1969 was het verhaal van de Charbonnage du Gouffre afgelopen en moest de plaats definitief de deuren sluiten.
De hoop op een heropstart werd een eentje van lange adem
Heel wat van de toenmalige werknemers hoopten om opnieuw aan de slag te kunnen bij eender wie de gronden en gebouwen overnam maar dat liep niet geheel van een leien dakje. De mijnschachten werden met beton dichtgemaakt en de gebouwen werden te koop aangeboden, alleen was er geen interesse. Uiteindelijk werd er een zoo geopend maar die hield maar enkele jaren stand. Vervolgens werd het een autosloopbedrijf en zelfs een verwerkingsfabriek voor kadavers van dieren. Geen van al die ondernemingen werd een succes, waardoor de plaats aan de elementen van de natuur werd overgelaten. Sinds 2017 is de gemeente bezig met het opstellen van verschillende reconversieplannen, geen van hen werd uitgevoerd.
Charbonnage du Gouffre werd op die manier, beetje per beetje, de geliefkoosde plek voor graffiti artists die er ongehinderd aan de slag kunnen. Ook Urbexers zijn er vaste gasten, alleen is er niet veel meer te zien. Lokale verenigingen gebruiken de enorme galerijen dan weer voor het organiseren van droneraces of illegale raves.
Meer foto’s zijn terug te vinden op onze facebookpagina. (klik)