Fit? Ja dat dachten we ook van onszelf
Reality is a bitch en dan nog eentje die extreem bitter smaakt. Van jongs af aan heb ik altijd al te kampen gehad met gevoeligheden op gebied van overgewicht. Je hebt van die mensen die kunnen vreten wat ze willen, zonder ook maar 1 gram aan te komen. Ik behoor tot de andere categorie, die van mensen die verdikken als ze nog maar naar een pak frieten kijken. Mijn gewicht was dan ook een jojo van wereldformaat: van ultra dik tot vlijmscherp en terug. Toen de eerste lockdown kwam en telewerken de norm werd (en ook de eerste terrasnazi’s klaar stonden om overtreders aan de virtuele schandpaal te nagelen), werd zowat iedereen opgesloten in de veiligheid van hun eigen woonst. Ik dacht heel even dat ik de situatie onder controle had, we gingen wandelen met het gezin en occasioneel trok ik al eens de sportsloffen aan dus zo slecht kom het allemaal niet zijn? Of toch? Toen ik voor het eerst sinds lang opnieuw op de weegschaal ging staan, kreeg ik een mentaal koekje van eigen deeg. Ik was helemaal niet meer fit, ik was gigantisch fat geworden.
3 cijfers, terug naar af dus
110 kilogram, 3 cijfers die niet eens net over die 100 hellen. Een BMI van 28,93 die het nog eens extra in de verf zet. Het resultaat van bijna een jaar te leven zoals onze beleidsmakers het hebben uitgestippeld. Opstaan, thuis blijven, werken en zeker niet naar de fitness gaan. Voor iemand zoals mij, die een permanente strijd tegen het overgewicht voert, is het een extra uitdaging bovenop de uitdagingen die we allemaal voorgeschoteld krijgen. Veel wandelen is niet voldoende wanneer je ook je levensstijl niet aanpast en die corona-way-of-life is allesbehalve gezond. Apero-time beperkt zich niet langer tot de vrijdagavond maar begint iedere dag steevast om 10hr30 en ook de overheerlijke charcuterie maakt bijna standaard deel uit van de maaltijden.
Het tekort aan beweging in de fitnesszaal vangen we op met extra beweging thuis, of toch niet. Fitnesscoaches en sportfreaks verkondigen maar al te graag dat een goede gezondheid ook tussen de oren zit. ‘Je moet op karakter werken’ is de leuze maar dat karakter, dat heb ik niet. Moet ik dan beetje per beetje afdalen in de roerloze wereld van de dikkerds die helemaal niets meer kunnen? Ik heb nood aan sociale stimulatie, iets wat vandaag de dag bijna onbestaande is.
Hoera! Net niet obees!
40 jaar, dik en volgens de BMI index net-niet obees? Ik besef dat ik op de rand aan het balanceren ben en dat een terugval naar het verleden binnen handbereik ligt. Er waren tijden dat ik obees en zelfs morbide obees was, een gruwelijke periode die ik niet meer opnieuw wil kennen. Zonder enig perspectief op een open toekomst leek het er wel op dat het leven me nog even heerlijk in het gezicht ging wrijven dat ik ten dode was opgeschreven. Eens dikkerd, altijd dikkerd en zo eenvoudig was het.
Het kantelmoment kwam er toen ik voor KW.be verslag moest brengen over de persconferentie van de Triatlon van Menen. Een event van wereldformaat, in eigen stad, met niemand minder als Frederik Van Lierde (aka Mister Iron Man) als drijvende kracht? Daar stond ik mooi te glunderen, in mijn sweatshirt XXL (al een maat te klein) tussen sportmensen van een hoog niveau. Ik voelde me niet op mijn plaats, ik voelde me de vreemde eend in de bijt (iets waar ik doorheen de band eigenlijk geen issues mee heb) en ik voelde een soort van schaamte. Hoe kon ik mezelf zo laten gaan? Waarom vlogen de kilo’s er hier zo keihard aan, terwijl anderen extreme sportprestaties wisten neer te zetten? In een opwelling schreef ik me in voor die triatlon, niet goed beseffende dat dit een gigantische prestatie zou gaan worden.
Onze evolutie, van fat naar fit en recht naar de triatlon, gaat ook via P-magazine worden gedeeld.