Cockerill-Sambre, ooit het paradepaardje van de Belgische industrie
Blufpoker, miljarden euros en duizenden jobs. Het verhaal van Cockerill-Sambre is er eentje van waanzinnige omzetten, wereldwijd leiderschap en werkzekerheid dat door middel van enkele handtekeningen een volledige regio in een economische malaise heeft gestort. Hoewel weinig jonge Vlamingen het verhaal van de metaalfabriek nog kennen, ligt het onderwerp nog steeds erg gevoelig aan de andere kant van de taalgrens.
Staal was in Wallonie, op de as tussen Charleroi en Luik, booming business. België had een stevige reputatie en wereldwijd was het aanschuiven om toch maar staalplaten uit het kleine koninkrijk te kunnen krijgen. Automerken die naam en faam hadden konden het niet maken niet in België te bestellen en ook heel wat fabrikanten van huishoudtoestellen stonden bij de Belgische bedrijven in de orderboeken.
Ooit de grootste, nu de leegste
Het grootste staalbedrijf van het land was het Waalse Cockerill-Sambre. Ontstaan uit een fusie tussen 2 fabrieken, telde Cockerill-Sambre 4 gigantische sites in Wallonië en stelde het meer dan 10.000 mensen tewerk. Na verschillende overnames werd Cockerill-Sambre (die toen de nieuwe naam Arcelor kreeg) zelfs de grootste metaal groep ter wereld en draaide het omzetten van tientallen miljarden euro’s. Werken voor Arcelor stond gelijk aan werkzekerheid en vaak waren volledige families binnen de fabrieken aan de slag. Koppels werden er gevormd, het leven werd er afgestemd op het tempo van de ovens en de walsen en niemand maakte zich echt financiële zorgen … totdat Mittal in het beeld kwam.
In 2006 nam de Mittal groep (met aan het roer de steenrijke Indische ondernemer Lakshmi Mittal) een groot deel van de Arcelor groep over. Bijna meteen werd gestart met een enorme saneringsoperatie. De gouden jaren van het kwalitatieve metaal waren voorbij en het moest vooral goedkoper kunnen, heel veel goedkoper. Het resultaat liet dan ook niet lang op zich wachten en het gros van de grote sites langsheen de Maas werden gesloten. De productie vertrok richting lageloonlanden en de werknemers stonden op straat. Volledige families verloren hun inkomen en ook alle nevenactiviteiten kregen flinke klappen. Cafés, restaurants, winkels, toeleveranciers, dienstverleners, … volledige gemeentes stonden in het teken van “de fabrieken” en die kwamen van dag op dag in de kou te staan. Het zorgde voor een opdoffer waar de streek tot op heden nog altijd niet van hersteld is. Wie de gevolgen van dit drama met eigen ogen wil zien, kan misschien een Charleroi Safari boeken. Een rondleiding brengt je doorheen alle getroffen zones van de stad en toont je real life wat voor financiële drama’s dit met zich meebracht.
De stille leegstand spreekt boekdelen
In Chertal, aan de oevers van de Maas, is de voormalige Cockerill-Sambre site een stille getuige van de crisis die dergelijke beslissingen met zich meebracht. Een gigantische plaats waar vroeger tonnen metaal naar buiten rolden, ligt er verlaten bij. Uiteindelijk gaat het geheel, een stukje van ons industrieel patrimonium, gesloopt worden. Doorheen de straten van het terrein lopen zorgt ervoor dat je je erg klein voelt. De gebouwen zijn enorm, de achtergelaten voertuigen staan er als vergeten mastodonten te roesten. Ooit liepen hier duizenden mensen heen en weer, nu is het een speelveld geworden van moeder natuur, die haar deeltje terug eist.
Voor wie zelf op verkenning wil is een grote waarschuwing absoluut niet overbodig. De site, de gebouwen en de machines staan al jaren leeg en vormen een gevaar op zich. Ook wordt het complete terrein nauwlettend in de gaten gehouden door een privé beveiligingsfirma, die ieder uur patrouilles uitvoert. Wij werden er zelf onderschept door zo een patrouillewagen en hoewel we konden ontsnappen aan een overhandiging aan de politie, werden we wel aan de andere kant van het terrein eruit gegooid. Om onze wagen te bereiken stond een pittige wandeling van meer dan 2 uur ons op te wachten.
De foto’s zijn in hoge resolutie terug te vinden op onze facebook pagina. (klik)