Les Gargouilles de Notre-Dame waken reeds eeuwen over Parijs.

15 april 2019 gaat de geschiedenis in als de dag dat het werelderfgoed een gigantische suckerpunch kreeg toegediend. De Notre-Dame de Paris, een kathedraal in wereldoorlogen en revoluties heeft overleefd, brandde nagenoeg volledig af (waarschijnlijk) ten gevolge een menselijke fout. De kathedraal werd wereldberoemd door Victor Hugo en misschien nog meer door Disney die, dankzij hun ‘klokkenluider van de Notre-Dame’ ook de jeugd liet kennis maken met de geschiedenis. De tekenfilm liet ook heel wat kinderen kennis maken met de waterspuwers, de vrienden van Quasimodo die hem door dik en dun bijstaan.

gargouilles-paris
De gargouilles zoals Disney ze zag

Die waterspuwers, Gargouilles in het Frans, bestaan echt (dan wel niet in de vorm zoals Disney ze bracht) en waren een cruciaal onderdeel van de kathedraal. Zowel voor het geloof als voor de bouwstructuur was een waterspuwer onmisbaar en speelden ze een belangrijke rol in het bestaan van de Notre-Dame.

Het woord “Gargouille” komt voort uit een samentrekking van de Latijnse en plat-Franse benaming van “mond”. Gargouille doet eveneens denken aan het geluid dat iemand maakt wanneer deze aan het verdrinken is. (er waren tijden waar je schrik moest hebben van de kerk)
Voor de grote bouwwerken uit dat tijdperk, was water de grote vijand. De poreuze stenen waren een gewillige prooi voor de slijtende kracht van de regen, dus had men nood aan een systeem om het water van de gigantische daken weg te krijgen. Dakgoten en rioleringen waren toen nog niet aan de orde, dus kwamen de waterspuwers op de proppen. De beelden waren stijlvol EN slaagden erin het water weg van de gebouwen te spuwen.

De Gargouilles waren monsters, goede monsters that is

Praktisch, dat wel maar waarom werd er voor de Notre-Dame dan gekozen voor gruwelijke monsters? Het geloof brengt hier een antwoord.

gargouilles-paris
De Gargouilles waken over Parijs

De kerk was vroeger het baken van veiligheid, de bron van het goede en was het gebouw dat zowat altijd werd gespaard. Wat in de kerk zat was goed, wat buiten zat was slecht.  De beestachtige look van de gargouilles zorgde er dan ook voor dat het kwade, het slechte buiten bleef. Door middel van de waterspuwers kon de kerk aantonen dat ze ongenaakbaar waren voor de demonische krachten rondom hen. Vandaag de dag bekijken we dat allemaal met een nuchtere blik, toen was dat uiterst effectieve propaganda.

Als laatste werd aan de Gargouilles een vorm van mirakel werking toegekend. Het water dat van de daken af stroomde en via de monden van de waterspuwers op de grond terecht kwam, was properder dan voorheen. Het was dan ook niet uitzonderlijk dat mensen het water probeerden op te vangen in emmers, om dan als drinkwater te gaan gebruiken. Voor de kerk het ultieme bewijs dat de gargouilles ten dienste van het geloof stonden. Op vraag van god werd hun lichaam gebruikt om het vuile water te reinigen, het gore erin en het propere eruit.
De theorie bleek te kloppen want het water was ook drinkbaar, alleen moest dat worden toegekend aan de filtrerende eigenschappen van de steensoort en niet zozeer aan een goddelijke interventie.

Hoe we het ook bekijken, de Gargouilles van de Notre-Dame zijn een bijzonder onderdeel van een al even bijzondere plaats. Ze hebben op hun manier bijgedragen aan de ontwikkeling van het Parijs dat we nu kennen, zonder ooit een stap te hebben gezet.