Met een titel zoals “The man who killed Hitler and then the Bigfoot” gaan allerlei belletjes rinkelen, wanneer een film wordt voorgesteld. Gaan Nazi’s op zoek naar de Bigfoot en worden ze vermoord? Verandert de Amerikaanse neef van de Yeti in een zombie en moet ome Duits de boel redden? Cult, fantastische verhalen en allerlei andere scenario’s flitsen door de gedachten. Met dergelijke storyline kan het onmogelijk fout gaan.
Wie dus op zoek gaat naar een monster dat iedereen in stukken scheurt en zich wentelt in de bloedende ingewanden, is eraan voor de moeite.
Bereid jullie voor op de surprise of teleurstelling van het jaar, want “The man who killed Hitler and then the Bigfoot” bevat geen van al het voorgaande. Meer nog, het Bigfoot onderdeel beslaat misschien 20 minuten van de totale film en echt intensief kun je die scènes nu ooit niet gaan noemen. Wie dus op zoek gaat naar een monster dat iedereen in stukken scheurt en zich wentelt in de bloedende ingewanden, is eraan voor de moeite.
Wat wel volgt, is een apart verhaal dat enorm veel raakpunten met de realiteit toont. De executie van Hitler is één van de grootste cover ups uit de geschiedenis, omdat dit beter in het spreekwoordelijke kraam van iedereen paste en Bigfoot, die verspreid een ziekte die de wereld kan uitroeien.
Het blinde geloof in alles wat op het internet staat en het verspreiden van ziektes waar geen remedie meer tegen bestaat … Het klinkt allemaal erg familiair.
Bloed en goor ontbreekt totaal in deze aparte titel, maar hij verveelt geen minuut en dat is de dag van vandaag een aanzienlijke verwezenlijking.