Iedereen heeft wel eens een moment in het leven waarop je denkt ‘ik wou dat ik ver weg van alles en iedereen was’. Drukke periodes, stress, een nakende burn-out, .. Het zijn geen onbekende termen meer in deze jachtige maatschappij. The middle of nowhere, een plaats met een al even mythische status als Atlantis, is the place to be. Maar wisten jullie dat die plaats ook effectief bestaat?
Voorzien van laarzen en een stevige regenjas trekken we richting Bretagne, zowat onze tweede thuis. Niet alleen is de overweldigende natuur er heer en meester, het is een regio die geladen is van legendes en mysteries. De tombe van Merlijn, de schat van de Tempeliers of het betere spookverhaal? Bretagne heeft het allemaal in huis (inclusief een apart weer en een onverstaanbaar dialect). 1 departement binnen Bretagne heeft een naam die boekdelen spreekt: Finistère. Fin des terres, het einde van de wereld. Een term die je redelijk letterlijk mag nemen daar je aan het uiterste Westen van Frankrijk staat. Wanneer je vanop de kust voor je uitkijkt, zie je enkel nog ruwe zee.
Het gemeentehuis doet er ook dienst als post en kruidenierszaak en de enige, echte sensatie is er wanneer een storm tegen het eiland aan beukt.
Bretagne zou echter Bretagne niet zijn, moest er geen jokerkaart ergens in de mouw verborgen zitten. Het einde van de wereld van het einde van de wereld, om het visueel te gaan beschrijven. Wie in het kleine havenstadje Roscoff (losjes vertaald ‘het gat van de wereld’) op een boot stapt, ziet na een 30 tal minuten een eiland verschijnen. Niet groter dan een postzegel, maar wel voorzien van bewoners. Bezoekers komen er terecht op Île de Batz.
Met zijn 3 vierkante kilometer kun je het eiland bezwaarlijk groot gaan noemen en de 482 bewoners maken het ook niet echt tot metropool. Die 482 bewoners wonen ook allemaal in het enige dorp op het eiland, namelijk Île-de-Batz (met vooral op de streepjes die het onderscheid met de naam van het eiland moeten maken).
Auto’s ga je er niet echt vinden, waarom zou je ook, er is maar 1 straat op het eiland en die is op veel plaatsen niet groot genoeg om doorheen te rijden. Mensen behelpen er zich te voet, met de fiets of via tractors. Het gemeentehuis doet er ook dienst als post en kruidenierszaak en de enige, echte sensatie is er wanneer een storm tegen het eiland aan beukt.
Waarom zou je er dan in hemelsnaam WEL heen willen? De eilandbewoners gaan er prat op dat het de enige plaats ter wereld is waar je de maatschappij volledig, maar dan ook volledig kan loslaten. GSM ontvangst is er kut, laat staan dat er degelijke dataverbinding mogelijk is. Internet is er enkel via vaste lijn (het eiland heeft ook nog steeds 1 operationele telefooncel) en die snelheid is enkel optimaal als ook het weer wat meezit en men leeft er van landbouw en van toerisme. Wie op het eiland zit, vergeet gaandeweg de drukte van het vasteland.
De gematigde snelheid van leven en propere lucht zijn erg snel erg verslavend.
Het ontbreken van die drukte heeft er dan ook voor gezorgd dat de natuur zich hier volop kon blijven ontplooien. Geen vervuiling, geen hinder en geen lawaai, het eiland is een toevlucht en rustoord geworden voor meer dan alleen maar mensen. De stranden zijn, met uitzondering van het weer, bijna tropisch te noemen. Beelden die recht uit een luxe magazine blijken te komen.
Een kleine waarschuwing is hier wel op zijn plaats. De confrontatie met het vasteland kan, bij terugkeer, vaak ERG hard zijn. De gematigde snelheid van leven en propere lucht zijn erg snel erg verslavend.
High-res foto’s zijn te vinden op onze facebook pagina. (klik)