CIGEO biedt een antwoord op de vraag die niemand zich openlijk durft te stellen
Eerst was er Chernobyl, de grootste nucleaire catastrofe uit de geschiedenis van de mensheid. Dan was er Fukushima, waar moeder natuur een welgemeende middelvinger opstak naar de mensheid. De succesvolle HBO-reeks Chernobyl strooide nog wat zout in de wonde en mensen werden zich bewust van het feit dat het gebruik van nucleaire energie een bijna demonisch kantje heeft. Zelfs wanneer alles goed gaat, produceren kerncentrales afval dat even radioactief is als de iconische reactor 4. Dat afval kun je moeilijk in de vaart gieten of in je PMD-zak steken dus wat doe je ermee? In Frankrijk hebben ze een oplossing gevonden in het titanesque CIGEO-project.
Toen kernenergie werd geïntroduceerd, leek het een wondermiddel. Voor een habbekrats kon iedereen volop elektriciteit gebruiken en kerncentrales schoten als paddestoelen uit de grond. Helaas bleek al snel dat kernenergie een erg gevaarlijk bijproduct produceerde: afval. Alles, van de eenvoudige schroevendraaier tot complete uraniumstaven, dat aan het einde van zijn bruikbare termijn kwam was dodelijk radioactief.
Heel wat oplossingen, nog meer problemen
De oplossingen volgden elkaar aan een verschroeiend tempo op. Dumpen in de oceaan, het bouwen van een gigantische bunker op één of ander vergeten eiland of het gewoon bedekken met een laag beton? Het kon allemaal geen kwaad zolang niemand het zag. Toen de kerncentrale in de toenmalige Sovjetunie tot ontploffing kwam, werden beleidsmakers met de neus op de feiten gedrukt. Noch beton, noch water kon radioactiviteit volledig onder controle houden. Niet alleen liet kernafval zich zomaar controleren, bepaalde producten blijven tot 100.000 jaar gevaarlijk voor de mens.
In Frankrijk, een land dat nog steeds voor 75% van zijn energievoorziening rekent op kernenergie en bij de grootste producenten van kernafval in Europa hoort, werd een speciale eenheid opgericht. Hun doel? Een oplossing zoeken voor het afval dat steeds maar hoger werd opgestapeld. Het resulteerde in een uniek en gigantisch project: CIGEO.
Het antwoord bevindt zich 500 meter onder de grond
Tussen de departementen van Meuse en Haute-Marne werd in het jaar 2000 begonnen met het bouwen van een stockage centrum voor hoogradioactief afval. Op een terrein van 680 ha, ver weg van mens en maatschappij, werd gestart met een bouwproject dat pas binnen 130 jaar afgewerkt zal worden. Op een diepte van 500 meter boren ingenieurs meer dan 300 kilometer aan tunnels met 1 enkel doel: het stockeren van 80.000 kubieke meter kernafval.
Het eerste afval wordt er in 2030 verwacht en zal, verpakt in speciale cilinders, worden begraven in de tunnels. Eenmaal de maximumcapaciteit van de tunnels is bereikt, wordt alles bedekt met een speciale zand mix en worden de tunnels opgeblazen. CIGEO zou het kernafval op die manier voor minstens 150 jaar op een veilige manier kunnen bewaren. Wat er na die 150 jaar zal gebeuren is een vraag waar tot op heden nog geen antwoord op is gevonden.